
Expert meeting – Land claimen in Flevoland
Datum: dinsdag 15 april, 15:00 - 17:00 uur (inloop vanaf 14.30 uur)
Locatie: Lelystad, Museum Batavialand, Commandeurskamer
Moderator: Meta Knol
Link naar het verslag: Tijd voor een ander verhaal
In vervolg op de avond Claiming Land for Art / Claiming Land through Art in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (op 17 sept 2024) organiseren we een expertmeeting om het onderwerp verder uit te diepen en in Flevoland te laten ‘landen’. Met de kennis over de Amerikaanse kant van de zaak (hoe land art enerzijds bekritiseerd werd vanwege de manier waarop land en oude culturen werden toegeëigend, en anderzijds ook dit mechanisme goed zichtbaar kan maken) en de Nederlandse invalshoek (vanuit bijvoorbeeld de Koloniën van Weldadigheid) onderzoeken we hoe deze structuren en mechanismen in Flevoland een rol spelen. Waar zijn de sporen van deze houding ten aanzien van land terug te vinden in het relatief nieuwe Flevoland? Hoe speelt deze geschiedenis door in het landschap en in landgebruik - en wat kan land art hierin betekenen?
Een van de manieren waarop deze geschiedenis in Flevoland ligt besloten is de scheepvaart: de polders in de voormalige Zuiderzee liggen vol met scheepswrakken, waaronder schepen die voeren binnen de Transatlantische Slavernij, zoals in de tentoonstelling Stille Wateren in de Kunstlinie was te zien. Daarnaast werd Flevoland bedacht en gebouwd door hetzelfde ingenieurswezen dat vaak in Nederlandse koloniale gebieden infrastructuur en plantages heeft gebouwd - denk bijvoorbeeld aan de Surinaamse polders. En in de Noordoostpolder werd - zoals de boeken van Eva Vriend verhalen - het werk van het inpolderen uitgevoerd door de ‘werkverschaffing’ (een soort uitloper van de Koloniën van Weldadigheid) en werd het nieuwe land gegund aan ‘kolonisten’ die zorgvuldig werden geselecteerd. Het ingepolderde land was op een bepaalde manier ook ‘veroverd’ of toegeëigend - als niet op de zee (waarvoor nu wellicht een rechtspersoon zou worden opgericht) dan toch op de vissers en hun gemeenschappen aan de rand van de Zuiderzee, die voor hun levensonderhoud ervan afhankelijk waren.
De ‘schone lei’ die Flevoland moest zijn begon niet uit het niets. In de instituties, de taal, het bestuur en het ingenieursberoep lagen er overal lijntjes naar dit systeem - al speelde dit zich allemaal af op Nederlands grondgebied. Toch is er ook een andere ontwikkeling, een die Nishi Shah aanreikt in haar artikel over de eerste bijeenkomst: de democratische ontwikkelingen van de Wederopbouwtijd. De RIJP (Rijksdienst IJsselmeerpolders) was een bestuursorgaan dat was verweven met het ingenieurswezen en veel macht had, maar dat later ook doortrokken raakte van de ‘verzorgingsstaat’ en de sociale wind van de jaren zeventig en tachtig. De land art werken in Flevoland zijn allemaal openbaar toegankelijk en door de overheid gefinancierd - dat maakt ze ook tot plekken met een democratische component. Naast het spoorzoeken naar koloniale structuren willen we tijdens de meeting graag ook stilstaan bij de kansen die dit zou kunnen bieden voor een nieuwe opdracht voor een landschapskunstwerk, dat zich tot dit landvraagstuk verhoudt. Op die manier houden we tijdens het gesprek de land art indachtig - en kunnen we een blik op de toekomst werpen.
Tijdens de middag kijken we langs vier perspectieven naar land art:
-
De schone lei: waar kwam het idee van de schone lei vandaan en hoe heeft het zo sterk in Flevoland post kunnen vatten?
-
De bodem: de wisselwerking tussen geologie en landgebruik in Flevoland
-
Het land: de radicale breuk in ‘landgebruik’ die de inpoldering betekende
-
De mens: alle Flevolanders begonnen als een migrant - leidt ons dat weer terug naar de schone lei?
We beginnen de sessie met een voorstelronde en kleine introductie, en sluiten af met de vraag wat we van alles dat besproken is zouden kunnen meenemen naar een (fictieve) opdracht voor een landschapskunstwerk.