Kunst in de openbare ruimte door een erfgoedbril bekeken
Verslag van de platformbijeenkomst i.s.m. RCE op 20 juni 2024 in Zeewolde
[Dit is een korte aftermovie van de bijeenkomst. Alle presentaties werden ook integraal opgenomen. Video's hiervan staan chronologisch toegevoegd aan dit geschreven verslag van Anne van de Dool].
door Anne van den Dool
De tweede bijeenkomst in aanloop naar het Land Art Lives-congres vond op 20 juni 2024 plaats in De Verbeelding in Zeewolde, waar professionals samenkwamen om landschapskunst te bekijken door de lens van cultureel erfgoed. De middag werd georganiseerd in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De aanwezigen stonden onder meer stil bij de land art-werken in Flevoland en het Emmense Broken Circle/Spiral Hill (1971) van Robert Smithson. Deze voorbeelden laten een intrigerend samenspel tussen kunstwerk en omgeving zien, dat in de loop der tijd tal van transformaties kan ondergaan.
Waar kun je beter samenkomen om in gesprek te gaan over land art dan in De Verbeelding in Zeewolde? Dit glazen gebouw biedt uitzicht op Sea Level (1996) van Richard Serra, een van de tien landschapskunstwerken in Flevoland, dat een rijke geschiedenis kent als het gaat om conservering en restauratie.
Collectie Flevoland, door Martine van Kampen
Ter introductie neemt Martine van Kampen, curator van deze collectie namens Land Art Flevoland, het publiek mee in het ontstaansverhaal van deze kunstwerken. Die historie gaat net zo ver terug als die van de provincie: van het allereerste kunstwerk, Observatorium (1977) van Robert Morris, tot het meest recente, Riff, PD#18245 (2018) van Bob Gramsma. De collectie laat de grote variatie zien die het genre van de landschapskunst kent: van subtiele ophogingen in het landschap tot op zichzelf staande sculpturen.
Sommige van deze kunstwerken gaan inmiddels al bijna vijftig jaar mee. Omdat zij zich buiten bevinden en vaak gemaakt zijn met levend materiaal, hebben deze kunstwerken veel onderhoud nodig. Dankzij budget vanuit de provincie en verschillende fondsen kon worden gewerkt aan de verbetering van de staat, bezoekerservaring en bekendheid van de werken. Zo kon een deel van de kunstwerken de afgelopen jaren grondig worden gerestaureerd. Daarnaast zijn verbeteringen doorgevoerd wat betreft de ontvangst van bezoekers ter plaatse, onder meer in de vorm van bankjes en fietsparkeerplaatsen. Ook werd gewerkt aan het documenteren van de werken, onder meer in de vorm van 3D-scans, een reizende maquettetentoonstelling, een provinciebreed verspreid magazine en een reeks kunstenaarsinterviews.
[tekst gaat door na de videoregistratie van de presentatie van Martine van Kampen]
Dilemma’s bij Zeewoldense restauratie
De restauratie van landschapskunstwerken is niet altijd makkelijk. Neem bijvoorbeeld Sea Level, dat al vrij kort na oplevering niet de juiste beschermlaag tegen onder meer graffiti bleek te hebben. Om de graffiti op het kunstwerk te verbergen werd het werk in 2011 grijs geschilderd. Na enkele jaren begon het werk andere tekenen van verwering te vertonen, waarbij delen van het beton loslieten. De studio van Richard Serra uitte zelf de wens het werk geheel te herbouwen. Deze werkzaamheden gaan naar verwachting in het najaar van 2024 van start.
Processen als deze roepen tal van dilemma’s op. Wanneer kom je in actie als een werk aan veranderingen onderhevig blijkt? Wie bepaalt wat de juiste manier is om een werk te restaureren? En is het, in deze tijden van klimaatcrisis, wel verantwoord om een werk compleet opnieuw te bouwen?
De casus zorgt ook bij de aanwezigen in De Verbeelding voor vragen. Wat gebeurt er met het restmateriaal van het kunstwerk? Zijn bewoners betrokken bij de restauratie? En komt het vaker voor dat een kunstenaar aanbiedt bij te dragen aan de kosten? Het blijkt al met al een unieke situatie – het kunstwerk kende in Zeewolde destijds een roerige ontvangst. De restanten van het huidige kunstwerk zullen in elk geval duurzaam worden ingezet, bijvoorbeeld voor de aanleg van toekomstige gebouwen of wegen in de omgeving.
Iconisch landschapskunstwerk in Emmen, door Véronique Hoedemakers
Dan is het woord aan kunsthistoricus en kunstadviseur Véronique Hoedemakers om te vertellen over het landschapskunstwerk Broken Circle/Spiral Hill (1971) van de Amerikaanse kunstenaar Robert Smithson, te vinden aan de voet van de Hondsrug in Emmen. Het kunstwerk bestaat uit twee delen: een halve cirkel van aarde in een meer, met daarnaast een heuvel met daarin een uitgekerfde spiraalvorm. De omgeving van dit earthwork, zoals Smithson het zelf noemde, is de afgelopen decennia sterk aan verandering onderhevig geweest: waar het eerst onderdeel was van een actieve zandafgraving, staat het land nu op het punt opnieuw ingericht te worden, bijvoorbeeld als woon- of recreatiegebied.
Op dit moment zorgt formeel gezien niemand voor het werk, waardoor het – parallel aan de omgeving – onbedoelde transformaties ondergaat. Zo stijgt het waterpeil, waardoor een deel van de cirkel onder water is komen te staan. Om in de komende jaren weloverwogen besluiten te kunnen nemen, vroeg de provincie Drenthe aan Stichting Land Art Contemporary (LAC) een waardestellend onderzoek te doen naar het kunstwerk. LAC benaderde hiervoor Véronique Hoedemakers, die samen met Lydia Beerkens, directeur van Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL), en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een team vormde om dit onderzoek uit te voeren. In een ruim honderd pagina’s tellend rapport benadrukken zij het belang van dit kunstwerk: Smithson, een van de grondleggers van de land art-beweging, beschouwde Broken Circle/Spiral Hill als een van zijn belangrijkste werken. Het kunstwerk moet hoe dan ook behouden blijven en beter worden onderhouden, en een integraal onderdeel vormen van de inrichtingsplannen voor de omgeving.
[Tekst gaat door na de videogistratie van de presentatie van Véronique Hoedemakers en Berthe Jongejan]
Site-specific geschiedenis, door Berthe Jongejan
Vervolgens gaat landschapsarchitect Berthe Jongejan van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed nader in op de bijzonderheid van het werk. Het is een site-specific werk, dat Smithson juist hier realiseerde vanwege de unieke rode kleur van de grond. Broken Circle/Spiral Hill bevindt zich midden in een postindustrieel landschap, dat herinnert aan de wederopbouwperiode, toen veel zand nodig was als ondergrond voor nieuwe woonwijken. Sindsdien is een hoop veranderd: het meer is inmiddels een stuk groter en de kleur van het water is beduidend minder fel. Het lijkt nu eerder op een natuurplas, die weinig blijk geeft van het industriële verleden. Daardoor is ook de aard van Smithsons kunstwerk sterk veranderd.
Ook deze casus zorgt voor vragen bij het publiek. Hoe om te gaan met de verwachte ontwikkelingen in het gebied, die waarschijnlijk ingrijpende gevolgen zullen hebben voor de ervaring van het kunstwerk? Wat is de verhouding tussen de intentie van de kunstenaar en de huidige situatie? En hoe zijn de erven van Smithson betrokken?
Een situatie als die in Emmen vraagt om een kennisinstituut, pleit Jongejan, waar dialoog plaatsvindt over de ontwikkeling en conservering van landschapskunst. Op die manier kan ook een kunstwerk als Broken Circle/Spiral Hill voor de toekomst behouden blijven.
Eén kunstwerk, meerdere varianten door Veerle Meul
Na de pauze, waarin er ruimte is om het nabijgelegen Sea Level te bezoeken, is het woord aan Veerle Meul, hoofd collecties van het Antwerpse Middelheimmuseum, waar het museumgebouw en de omliggende tuin een organisch geheel vormen. Hier zijn onder meer werken te vinden van internationale kunstenaars als Ai Wei Wei en Luciano Fabro.
Om zulke werken te conserveren, zijn soms ingrijpende keuzes nodig, laat ook Meuls casestudy rondom het werk meditatieve ruimte het zelf zijn (1974) van Jan Dries zien: een licht gekanteld gazon van tien bij tien meter, dat de kijker subtiel op het verkeerde been zet. Het werd door velen als het eerste landschapskunstwerk van België gezien.
Het werk behield haar oorspronkelijke vorm niet lang: al snel werden de punten weer opgenomen door de grond. Daarom maakte Dries een nieuwe variant, door Meul ook wel ‘vertaling’ genoemd, een maquette van carraramarmer met dezelfde vorm. Het wekte de aandacht van de Antwerpse burgemeester, die een uitvergrote versie van 36 bij 36 meter liet nabouwen op het Theaterplein. Er was alleen geen rekening gehouden met de functie van deze ruimte: de hoogteverschillen in het werk belemmerden de wekelijkse markten en ook inwoners waren niet onder de indruk. Uiteindelijk werd besloten tot afbraak.
Toch bleek dat niet het einde van het kunstwerk: enkele jaren geleden werd het opnieuw gerealiseerd in de tuin van het Middelheimmuseum. Opnieuw ontstonden vragen over het onderhoud: mag het kunstwerk door het publiek betreden worden? Wat te doen met knaagdieren die zich in het kunstwerk nestelen? En hoe kun je de plantsoendienst zo instrueren dat zij geen schade aan het werk toebrengen? Meuls uiteenzetting geeft goed weer welke dilemma’s allemaal komen kijken bij het installeren en onderhouden van een landschapskunstwerk en hoe de visie hierop door de jaren heen is veranderd.
[Tekst gaat door na de videogistratie van de presentatie van Veerle Meul]
Land art en klimaat, door Deniz Ikiz Kaya
Tot slot komt Deniz Ikiz Kaya, assistent-professor aan de TU Eindhoven, aan het woord. Zij staat stil bij het klimaat als speler binnen het onderhoud van landschapskunst. Door de stijgende waterspiegel en extreme droogte worden steeds meer werken aangetast: ze dreigen onder water te komen staan of veranderen van uiterlijk door vergeling van het gras.
Vaak hebben landschapskunstwerken zelf ook een voetafdruk: de bouw van land art zorgt vaak voor flink wat CO2-uitstoot, onder meer vanwege de productie van materialen en de vele transportbewegingen. Door hierin inzicht te bieden, kan bij het publiek meer bewustzijn ontstaan van wat er allemaal nodig is om een landschapskunstwerk te creëren. Sommige landschapskunstwerken in Flevoland dragen al een klimaatgerelateerde boodschap uit, zoals Exposure (2010) van Antony Gormley, dat al rekening houdt met het stijgende waterpeil.
Er zijn verschillende manieren te bedenken om met deze veranderingen om te gaan, benadrukt Ikiz Kaya: van pogingen het oorspronkelijke kunstwerk zo goed mogelijk te behouden tot het ‘cureren van het verval’ (curating decay) van het kunstwerk. Beheerders maken hierin verschillende keuzes, mede afhankelijk van de wensen van de kunstenaar. Ook documentatie speelt hierin een cruciale rol: van 3D-metingen, zoals Land Art Flevoland liet uitvoeren, tot kunstfilms, zoals Smithson over Broken Circle/Spiral Hill maakte. Zo doorstaan deze landschapskunstwerken in deze vormen in elk geval de tand des tijds.